De volgende dag verlaten we bijtijds Norvalspont om in
Colsberg de motoren bij te tanken en water voor onszelf in te slaan. Iets wat
we later die dag nodig zullen hebben… we zijn ons namelijk nog niet bewust van
wat ons deze ochtend te wachten staat. De weg naar Middelburg is mooi; de
heuvels worden langzamerhand bergen en we komen zelfs over een aantal
bergpassen: Carltons Heigh (1.630 meter), Lootsbergpass (1.781 meter) en
Naudésberg Pass (1.446 meter) trakteren ons op uitzichten en een bochtig, gaaf
wegencircuit waar de Grossclockner Hochalpenstrasse jaloers op kan zijn.
Als we na de Naudésberg Pass weer de ‘diepte’ inrijden,
voelen we duidelijk dat er iets veranderd; zowel aan de plantengroei als aan de
temperatuur. Langs de weg staan agaven in volle bloei; met bloemstengels die
tot 5 meter hoog in de azuurblauwe lucht wijzen. Een woud van bloeiende agaven!
We stoppen halverwege Graaff Reinet bij een ‘Padstal’, een typisch Zuid
Afrikaans ‘winkeltje van alles’ langs doorgaande routes gelegen. Vaak ook bij
uitstek de gelegenheid om iets te drinken, of om iets te eten.
We vervolgen onze route richting Graaff Reinet; de temperatuurmeter
van de BMW wijst inmiddels een ongelofelijke 40 graden Celsius aan; en het is
nog niet eens middag! Even later stijgt de luchttemperatuur zelfs even
kortstondig naar 43 graden Celsius… we zijn dan ook blij, als we Graaff Reinet
binnen rijden waar we worden opgewacht door onze charmante gastvrouw Chantal
van het Karoopark Guesthouse (http://www.karoopark.co.za/
). We parkeren de motorfietsen en worden uitgenodigd om eerst iets te komen
drinken aan de gezellige bar. Daarna douchen, genieten van een lunch, foto’s en
blogs bijwerken, het zwembad in om ’s avonds met Chantal in de auto naar de
Vallei der Verlatenheid (Valley of Desolation) te rijden voor een van de meest
magische zonsondergangen die ik ooit heb meegemaakt.
Johan rijdt mee op de BMW R1200GS Adventure, omdat we toch
minimaal één motorfiets moeten hebben als ‘fotomodel’. Achterin Chantal’s auto gaat
een grote koelbox met water en fris. De Valley of Desolation ligt op ongeveer
25 kilometer buiten Graaff Reinet en is gesticht door een rijke inwoner van
Graaff Reinet; en eigendom van het Wereld Natuur Fonds. Het beheer ligt in
handen van de Zuid Afrikaanse Nationale Parken. We rijden via een kleine,
bochtige weg omhoog richting het meest spectaculaire uitzichtpunt; vanaf het
toegangshek nog altijd zo’n 14 kilometer. Onderweg zien we bergzebra’s
(herkenbaar aan de witte buik en 20 jaar geleden bijna uitgestorven),
struisvogels, sprinkbokken en kudu’s. Als we bij het uitzichtpunt aankomen,
staat Johan al te wachten met een breede grijs op z’n gezicht. Inderdaad… dit
soort weggetjes is op een dikke allroad veel leuker te rijden dan in een
Hyundai SUV…
We lopen de hikingtrail naar het uitzichtpunt en wachten tot
de zon langzaam achter de horizon verdwijnt. Er zijn soms, door een combinatie
van gezelschap, omstandigheden en omgeving, van die momenten die je even
helemaal meevoeren, weg van de waan van de dag. In één keer zijn we de hoge
temperaturen van de ochtend daarvoor vergeten en denken we al helemaal niet
meer aan hoe onze vrienden en familie het thuis in het koude, natte en
winderige Nederland het zullen hebben. De Castle Lager blijkt een perfecte
gezel voor een van de mooiste ‘sundowners’ die ik ooit heb meegemaakt. Het is
inmiddels 16 jaar geleden toen ik voor de eerste keer in Graaff Reinet kwam;
toen we toevallig met een restaurant houder in gesprek kwamen, en vertelde op
doorreis te zijn, was zijn uitspraak: “You can’t leave Graaff Reinet without
seeing the sun go down in the Valley of Desolation”. De goede man regelde on
spot een accommodatie voor ons, we bleven, en zagen de zon onder gaan in die
Vallei Der Verlatenheid… Gelukkig zijn er van die waardevolle dingen in het
leven die niet veranderen en de ‘sunset in the Valley of Desolation’ is daar
één van… Terug in de auto, op nog geen 20 meter van de parkeerplaats, steekt
ineens een Kudu zijn hoofd met kenmerkende hoorns omhoog; een surrealistisch
plaatje die scherp afsteekt tegen de snel donker wordende lucht. Een betere,
meer magische afsluiting van deze dag hadden we ons niet kunnen wensen.
Voldaan en moe van de warmte, gaan we naar bed. Gelukkig
zijn de gastenverblijven van Karoopark voorzien van airconditioning.
De volgende dag gaan we, na een uitstekend ontbijtbuffet,
wederom op pad met Chantal. Graaff Reinet is om een paar reden bijzonder, maar
voor ons Nederlanders vooral vanwege de rol die wij in de geschiedenis van deze
mooie plek midden in ‘The Karoo Heartland’ hebben gespeeld: het was namelijk de
verst landinwaarts gelegen post van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Oud-
premier Balkenende zou er blij van zijn geworden, met zijn VOC mentaliteit…
Graaff Reinet blijkt uitstekend te voet te verkennen.
Gelukkig bleek de hittegolf van korte duur; en lopen we op ons gemak en
comfortabel door het historische centrum. Ruim 200 gebouwen in Graaff Reinet
zijn als ‘National Monument’ opgenomen in het monumentenregister van de stad,
en Chantal blijkt niet alleen een uitstekende gastvrouw en gids, maar blijkt
ook uit door haar sublieme kennis van de geschieden is van de stad. Iets wat
voor mij, in het dagelijkse leven werkzaam als beleidscoördinator
monumentenzorg, écht resulteert in een ochtendje cultuursnuiven; zonder dat het
saai wordt. Chantal vertelt het verhaal op een haast speelse manier, zonder dat
het saai of stoffig wordt.
De middag besluiten we door te brengen aan het riante
zwembad van Karoopark. We zijn niet alleen… De parkeerplaats staat vol met
splinternieuwe VW’s, Audi’s en er arriveert een stoet splinternieuwe
Mercedessen. De Karoo blijkt na Deathvalley in de VS dé nieuwe speeltuin te
zijn voor Europese automobielfabrikanten die hier uitgebreid komen testen. De
stikkers op de auto’s zijn, zeker gezien het feit dat het om Duitse fabrikanten
gaat, ronduit bizar…:
“High speed
test vehicle approved by government”. Zo’n stikker wil ik ook!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten