zaterdag 31 januari 2015

The Lion Roars Tonight!





Als we ’s ochtends in Nottingham Road onze motoren na een goed ontbijt willen bepakken, worden we aangenaam verrast: 3 weken stof, modder, insecten en pofadderbloed, zweet en tranen zijn verdwenen! Als extra service zijn alle drie de motoren grondig schoongemaakt. Dit in schril contrast met hun drie berijders…
Voor het eerst in 3 weken tijd lijken ook de weersvoorspellingen in ons nadeel: er wordt flink wat regen verwacht; vooral in de Dakensbergen op de grens met het koninkrijk Lesotho en Zuid Afrika, precies de regio waar we vandaag naar toe gaan. Vanaf de ontbijttafel op het terras zien we langzamer hand hoe de contouren van de Drakensbergen, ver weg aan de horizon, langzaam worden opgeslokt door een dreigende grijze sluier; alsof een gigantische draak zijn addergebroed met zijn vleugels aan het zicht wil ontnemen.

Nuja… wa’s nu een dagje regen op drie (voor mij inmiddels vier…) weken zon, zon, zon en zon? Eventjes afgezien van dat ene buitje die we in de Karoo als verkoeling hebben mogen ervaren? Anyway, de regenpakken krijgen vandaag een wat meer prominente – lees: beter bereikbare – plek in de Motorradical koffers en we gaan op pad voor de laatste etappe van onze Grote Trek: Witieshoek Mountain Lodge in de Drakensbergen.

En wéér hebben we geluk: een blauwe vlek aan de horizon breekt steeds verder open en halverwege de ochtend straalt de kopperen ploert ons vanuit een strakblauwe lucht tegemoet. En wéér ondergaat het landschap een dramatische verandering, wijzigen de coulissen waarin we ons als nietige spelers wanen. De majestueuze toppen van de Drakensbergen rijken tot bijna 3.500 meter hoogte en zijn daarmee het hoogste gebergte in Zuid Afrika. In de taal van de Zulu’s heet de bergketen uKhahlamba, wat "barrière van speren" betekent. De Drakensbergen lopen grofweg vanaf Lesotho via Swaziland naar het noorden, waar ze vlak bij de grens met Zimbabwe en Botswana overgaan in de Soutpansbergen. Het deel rond Lesotho is aangewezen als UNESCO Wereld Erfgoed en staat onder offroad rijders vooral bekend om de beruchte onverharde Sani-Pass, één van de gevaarlijkste wegen ter Wereld.  



Onze reis gaat via de uitstekende asfaltwegen naar de Noordelijke Drakensbergen op de grens met Lesotho, met onder anderen Mont-aux-Sorces (in de volksmond ‘Mount Exhaust’ (3.200m)vanwege de gelijkenis van een cruiseschip met schoorsteentoren), en Het Amfitheater. Het Amfitheater is een 8 km lange halvemaan geflankeerd door twee toppen, de Sentinel (3.165 m) en de Eastern Butress (3.047m). Wij overnachten aan de voet van de Sentinel, op 2.200 meter hoogte in het Witieshoek Mountain Lodge waar we in de avond owe Bruce, eigenaar van www.motorradical.co.za, en zijn maten Jason en Diete van de verhoogte motorrijvaardigheid organisatie ADA (www.adasa.co.za) ontmoeten. Zij zijn eveneens per motor naar Witieshoek gekomen.
Als we via het ietwat Indisch klinkende Phuthaditjhaba de weg richting Sentinel Peak oprijden worden we andermaal getrakteerd op een fantastische stuurweg en dito panorama’s. We gaan lopend de Sentinel op; en even voel ik me de Lionking, staande op een rotsrand op ruim 2.500 meter hoogte: de hike op pad naar de top van Sentinel Peak moet helaas worden afgebroken: Ook in Zuid Afrika kan het weer op ruim 2.000 meter hoogte plotseling omslaan en de volgende dag is het mistig en slechts 11 graden Celsius… Alsof de Draak op de Drakensbergen onze bedroefdheid voelt dat we morgen weer naar het koude kikkerlandje Nederland terug moeten keren

 








 

woensdag 28 januari 2015

Van Flagstaff naar Nottingham Road en een onverwachte ontdekking





‘s Avonds ontsteekt William de Braai op Mboyti voor een heerlijke Zuid Afrikaanse BBQ. Het is onze laatste avond aan de Wild Coast en dat maakt ons een beetje verdrietig. Waar de meeste toeristen voor Kaap de Goede Hoop, Kaapstad, de Tuinroute en het Krüger reservaat kiezen, is Zuid Afrika’s Wild Coast een onontdekt juweel ingelegd in de smaragdgroene heuvels van de Transkei. Wat hebben we hier genoten, van de mensen, de natuur, het landschap en de fantastische wegen.

We ontbijten samen met William en praten over hoe Mboyti tot stand is gekomen. Dankzij het ressort, heeft het aangrenzende dorp beschikking gekregen over elektriciteit, is er een schooltje gesticht en zelfs een medische hulppost ingericht. Lokale inwoners die op Mboyti werken, worden intern opgeleid. Toch heeft ook dit succesverhaal een zwart randje. Met neergeslagen ogen verteld de anders zo open en enthousiaste William dat hij de afgelopen jaren 10 (!) medewerkers aan HIV heeft verloren. Jonge mensen, die het horecavak goed onder de knie hadden dankzij de opleiding op Mboyti, en vaak een gezin met (jonge) kinderen achter laten. Ons uitgelaten gevoel maakt even plaats voor een moment van diepe stilte…

We nemen afscheid van Mboyti en rijden het laatste stukje gravel van deze reis. We bezoeken een fantastisch uitzicht aan de rand van een diepe kloof, die het grootste aaneengesloten inheemse regenwoud van Zuid Afrika huisvest. Spoedig daarna, doorkruisen we de grootste theeplantages op het zuidelijke halfrond. We draaien de fantastische R61 weer op en ondanks het feit dat het een werkdag is, hebben we de R61 vrijwel voor onszelf. We rijden door Flagstaff en ik kan het niet laten om ff op Facebook in te checken en mijn Amerikaanse motormaatje Trey – tourguide voor Route 66 reizen – de ogen uit te steken… Die R61 is écht honderd maal mooier die toch wat overgewaardeerde R66 in de States.

In Kokstad worden de motoren weer afgetankt en we verlaten de Transkei. Via de R517 rijden we de provincie Kwazulu Natal binnen en het landschap veranderd andermaal: we rijden door het voorgebergte van de bekende Drakensbergen maar het landschap kan met gemak wedijveren met de Grand Canyon of de Gorges du Verdun. Als we via de R103 Howick uitrijden, zie ik ineens een onverwacht bordje die een bezienswaardigheid aanduidt: ‘Nelson Mandela Capture Site’. Michiel heeft ‘m ook gezien en we besluiten deze onverwachte ontdekking nader te onderzoeken. De plek, circa 10 km na Howick midden in de Midlands, blijkt de locatie te zijn waar Nelson Mandela in 1962 is opgepakt. Er wordt (ook hier) druk gebouwd aan een nieuw museum die eind 2015 gereed moet zijn. Als we het tijdelijke museum bezoeken, concluderen we dat dit museum het verhaal van Nelson Mandela vele malen beter verteld dan het museum in Quno. Dit doet recht aan Nelson en de strijd die hij heeft gestreden; zonder ook de negatieve kanten van zijn presidentschap uit het oog te verliezen: zo zouden veel directe medewerkers misbruik hebben gemaakt van Nelson zijn onbegrensde vertrouwen in de medemens.  

Als we in Nottingham Road aankomen, trakteren we ons op een verfrissing bij het oudste hotel in Kwazulu Natal, het Nottingham Road Hotel. Wederom een plek waar motorrijders graag geziene gasten zijn. Vlak daarna bereiken we onze accommodatie, Waterford Manson.
Gastvrij worden we ontvangen door Liza en Tony Stemde het verlaten van de fantastische Wild Coast ons droevig, de onverwachte ontdekkingen in de mooie Midlands van Kwazulu Natal hebben veel goed gemaakt. Morgen naar de Drakensbergen!

De laatste twee blogs uit deze serie volgen zaterdag, als ik weer terug ben in het koude kikkerlandje Nederland.... Brrr...











Het Paradijs op Aarde!






We rijden vanaf Coffeebay terug naar de N2 om vervolgens net voor Mthata de motoren af te tanken, en de R61 te nemen, terug richting Port St Johns.
Dachten we dat de weg naar Coffeebay niet te overtreffen was, de R61 naar Port St Johns bied subliem rijplezier . Het asfalt is van onberispelijke kwaliteit en het rubber van de motoren kleven aan het wegdek. Talloze bochten, in een weelderige groene omgeving laten ons eventjes wanen dat we op de Groene Hel, de Neurnburgring, rijden.
De heuvels in dit deel van de Wild Coast en de Transkei zijn hoger dan in het zuiden, doorsneden met diepe, groene valleien en aan elkaar geregen door het fantastische asfaltlint van de R61.

Net voor Port St Johns worden we aan de kant gezet voor een routine controle door de verkeerspolitie. In Zuid Afrika zit op je motor een belastingbadge – vergelijkbaar met die in Groot Brittannië – en de vriendelijke agent wijst me er op dat deze op 31 december is verlopen. Ik probeer de domme toerist te spelen door aan te geven dat ik géén idee heb waar de beste man het over heeft, het een huurmotor is, etc waarop de agent nuchter antwoord: “Its not a question, sir. I am telling you.”. Eh… Johan… Help?

Johan blijkt wederom een waardige toerguide en het misverstand is snel opgelost. De motorfiets is immers op 2 januari opgehaald – in Zuid Afrika een nationale feestdag – en daardoor kon de badge voor 2015 niet gemonteerd worden omdat motorradrentals.co.za immers op zowel nieuwjaarsdag als 2 januari gesloten was. Uitzonderingen bevestigen ook hier weer de regel.
Michiel heeft inmiddels een gezellige conversatie met de andere agente, een gezellige stevige dame. Ik zie mijn kans schoon, en vraag de dienstdoeners of ze er bezwaar tegen hebben dat ik een fotootje van ze maak, samen met Michiel. “Komen jullie leuk in het artikel in hét Nederlandse Motormagazine Promotor!” Nu, en of dat kan! De nogal gezette agente vliegt Michiel om de hals en vloert hem bijna – inclusief de R1200GS – tegen het Zuid Afrikaanse asfalt. Michiel – pokerface modus aan – kan zich net bijtijds schrap zetten op deze onverwachte genegenheid maar verrekt bijkans een spier.

Bij Steve’s Pub in Port St Johns besluiten we te lunchen en Johan weet me over te halen om een typisch currygerecht van deze streek te nemen: Een ‘Bunny Chow’ bestaande uit een dikke homp uitgehold witbrood en gevuld met een heerlijke beef curry. Het blijkt een goede keuze! Steve, de eigenaar van Steve’s pub, heeft ons opgemerkt en komt, getooid in een Triumph shirt, het terras oplopen. Hij blijkt sinds 3 dagen eigenaar te zijn van een Triumph Tiger 800XC en had Johan zijn Thunderbird opgemerkt. Steve’s pub blijkt in het weekeinde één van de plekken te zijn voor de lokale Biker Breakfast runs en gezien de fantastische R61 is Port St Johns dan ook een geliefd reisdoel voor motorrijders. Het beruchte strand ‘2nd Beach’ – beroemd vanwege zijn paradijselijke ligging, berucht omdat hier de meeste haaien aanvallen in Zuid Afrika plaatsvinden – laten we ff voor wat het is.