maandag 26 januari 2015

Meandering for the Wild Coast





Onze eerste overnachting is in de MeanderInn, in East Londen. Deze mooie koloniale stad is vanuit Kaapstad de toegangspoort voor Zuid Afrika’s Wild Coast. Dat de naam van onze mooie accommodatie treffend is voor de wegen die we de komende dagen zullen rijden kunnen we op dit moment nog niet bevroeden!

Eigenaar William Ross nodigt ons uit aan zijn gezellige bar en snel volgt onze eerste echte braai: een BBQ zoals deze alleen maar door Zuid Afrikanen tot een culinaire kunst kan worden verheven. Niet lekker burgerlijk op de elektrische Weber of de over-de-top gasgestookte tuinkombuis, maar een BBQ zoals alleen echte kerels kunnen: Op kolen van het houtvuur die zojuist is ontstoken!

De volgende dag vertrekken we voor onze eerste stop aan de monding van de rivier de Kei in Kei Mouth. Zoveel te dichter we bij de kust komen, zoveel te meer veranderd het landschap: uitgestrekte, groene heuvels die zo kenmerkend zijn voor de Transkei en het waren juist deze heuvels, waar Nelson Mandela zijn hard aan had verpand. Het vergezicht is adembenemend; groene heuvels, met langs de top kleurrijke, kleine huisjes van de Xosa uitgestrooid alsof het kleurrijk strooigoed van Sinterklaas is. De scholen gaan uit als we in de buurt van Kei Mouth komen; en wederom worden de drie musketiers op hun stalen rossen uitbundig begroet door enthousiast zwaaiende kinderen.

Kort voor Kei Mouth bezoeken we het Kei Mouth Motorcyclemuseum en spreken kort met de enigszins excentrieke eigenaar, Willy Nell. Ruim 480 motorfietsen heeft hij hier verzameld in talrijke schuurtjes in een tropisch aandoende tuin. Uit de enorme collectie Engelse, Duitse en Japanse motorfietsen spreekt duidelijk het hart van een motorliefhebber: verwacht géén in ‘concours’ staat gerestaureerde paradepaardjes, maar gewoon een oerdegelijke collectie motorfietsen en parafernalia die Willy’s liefde voor de motorsport en techniek weergeeft.

We nemen het enigszins spannende veerpontje over de Kei. Spannend, omdat de motorfietsen op het gladde, natte pondje gekeerd moeten worden. Makkie voor mij met m’n ruim 2 meter en de handige F800, iets lastiger voor Michiel op de R1200 GSA en een behoorlijk avontuur voor Johan op de Triumph Thunderbird die immers een draaicirkel heeft als een oceaantanker.

Met verleende krachten (mede dankzij de vriendelijke bemanning van het pondje) geraken we zonder nat pak aan de andere kant waar de Transkei nu écht begint: Gruispad, jawel, de gravel! Ik heb zelden een gravelpad gereden (behalve dan in de Vredenfort dome) die zo mooi, zo prachtig door de heuvels van de Transkei slingert. Zoveel te dichter we bij onze accommodatie komen (www.trennerys.co.za) zoveel te meer krijg ik de neiging om gas te geven. Man, dis bevok, dis lekker!

Af en toe ff het locale melkvee ontwijken (de geitjes gaat nog, maar koeien dat ze hier hebben!) maar als we aan het einde van de middag onze eerste motordag aan Zuid Afrika’s Wild Coast afsluiten in het zwembad en wederom met een culinair verantwoord diner, kijken we terug op een fantastische kennismaking met dit gebied. Vanaf nu kan het alleen maar mooier worden! 











Geen opmerkingen:

Een reactie posten